Actief of een Passief mA signaal? 14 december 2017

Bij de voorbereidingen van een project zijn niet altijd alle details bekend.

Een detail dat wij in onze gesprekken met klanten vaak tegenkomen is het actief op passief zijn van de mA-signalen vanuit het veld.

Wat het verschil is tussen deze twee en hoe het te herkennen is, kunt u zien op afbeelding hiernaast. Het ontbreken van gegevens met betrekking tot het signaaltype kan bij het testen en in bedrijf nemen van de installatie tot onaangename gevolgen leiden. Als bij de engineering er vanuit wordt gegaan dat de mA-signalen passief zijn, in plaats van actief en de werkelijkheid is anders dan aangenomen, kan de installatie niet in bedrijf genomen worden. Het gevolg is dat er dan in allerijl jumpers op PLC-kaarten omgestoken worden, of – nog erger – andere galvanische scheiders of Ex-barriers besteld worden, met als resultaat vertraging, irritatie bij de afnemer en overtollige materialen.

AAP-functie
PR electronics kent zijn pappenheimers in de procesindustrie en heeft om deze problemen voor te zijn modulen ontwikkeld met een AAP-functie. Hierbij staat AAP voor Active And Passive bij mA signalen aan de ingangs- en/of de uitgangszijde.
Deze AAP-functie is beschikbaar op modulen van de volgende series:

3100-serie
Hierbij kan de ingang actief of passief worden gemaakt door een DIP-switch in- of uit te schakelen.

4000-serie
Bij deze serie is op de aansluitingklemmen van de ingangszijde de keuze te maken voor een actieve of passieve ingang
 
5000-serie
Bij deze serie is op de aansluitklemmen van zowel de in- als de uitgangszijde de keuze te maken voor een actieve of passieve in- en uitgang
 
9000-serie
Bij deze serie is op de aansluitklemmen van de ingangszijde de keuze te maken voor een actieve of passieve ingang, terwijl de uitgangszijde beschikt over een automatische detectie van een actief of passief mA-signaal.

Wenst u meer informatie omtrent deze bovengenoemde toepassingen en mogelijkheden, neem gerust contact met ons op, afdeling Verkoop, tel: 0346 - 594 555.