Onderzoek: logistieke efficiency retailers kan veel beter 24 januari 2013
De bevindingen van C1000 supply chain manager Edward Heijnen, zoals te lezen in zijn EMLog-afstudeeropdracht, liegen er niet om. Het logistieke proces van retailers is nog een heel stuk efficiënter te maken.
Positief: hiervoor zijn geen al te ingewikkelde kunstgrepen nodig. Uitdaging: een nauwere samenwerking tussen LDV’ers, retailers en leveranciers is wel absoluut noodzakelijk.
Volgens Heijnen zelf zijn de vereisten voor een efficiëntere retaillogistiek eenvoudig in een notendop samen te vatten. “De knelpunten bij de dc’s zijn te vinden in de afstemming tussen inbound- en outboundstromen. Daarnaast is er te weinig aandacht voor de acht P’s.
‘Ontvangstproces goederen kan sneller’
In zijn noemt hij enkele cijfers. Zo zou het laden of lossen van een trailer in een half uur kunnen, een tijd die op dit moment zelden wordt gehaald. “Dat we bij deze activiteiten winst is te behalen, is overigens geen nieuws, want de Speeddock competities hebben dit ook al uitgewezen. Maar ik vond het wel zinvol om precies uit te zoeken wat er moet gebeuren om dit proces van laden / lossen te versnellen. Vooral het ontvangstproces kan een stuk sneller”, vertelt Heijnen.
Automatische kettingbanen
Lossen met een automatische kettingbaan gaat volgens zijn onderzoek acht keer sneller dan met een elektrische pompwagen en ontvangen met het GS1 palletlabel gaat zeventien keer sneller dan palletgegevens handmatig invoeren. Dit zijn volgens Heijnen bovendien oplossingen die vrij eenvoudig te implementeren zijn. “Of in de dagelijkse praktijk ook deze resultaten te behalen zijn, is de vraag. Ketensamenwerking is hiervoor wel een randvoorwaarde”, aldus de supply chain manager.
Afstemming bestellingen, replenishment en dc’s nodig
Heijnen deed bij C1000 onderzoek naar de werkwijzen. Zijn belangrijkste conclusie: “Meer afstemming tussen replenishment en dc’s zou al snel effect sorteren. Dit is te bereiken door een betere samenwerking tussen leveranciers, LDV’ers en retailers.” Hij gaat vervolgens dieper in op de door hem gepresenteerde acht P’s. Samenwerking in de driehoek retailer-leverancier-LDV is noodzakelijk, de acht P’s zijn daarbij de bepalende factor. Deze acht P’s staan voor: productspecificatie, proces, parametrisering, perfecte order, planning, participatie, personeel en passie.
‘De acht P’s zijn bepalend’
Het zijn, volgens de supply chain manager, deze P’s die het verschil kunnen maken tussen achterop raken en de concurrentie verslaan. “De eerste P, productspecificatie, is de belangrijkste. Nog te vaak missen gegevens, klopt data niet of gaan mensen er niet zorgvuldig mee om. Uit cijfers van GS1 blijkt dat 60 procent van de master data incorrect is. Ook dient omschreven te zijn hoe goederen waar in de keten worden ontvangen.” Heijnen doelt hierbij op ontvangst in batches, hoe de flow eruit ziet, of er één ontvanger is of twee. “Deze gegevens bepalen hoe de retailer of LDV’er er in het vervolgproces met deze inkomende goederen omgaat. De inbound en outbound stromen staan op meerdere plaatsen in een planning. Zo werk je alle punten af. Maar het is het personeel dat het werk doet.” Deze werknemers, het magazijnpersoneel, werden door Heijnen gezien als een welkome bron van gegevens in zijn onderzoek. “Mensen op de werkvloer kunnen precies aangeven welke leverancier wel of niet op tijd levert. Ik heb dat een aantal keer gevraagd en vervolgens gecontroleerd en het klopte. Retailers en LDV’ers zouden daarom de operationele praktijkkennis veel consequenter met de tactische planning en de verantwoordelijken voor replenishment moeten afstemmen. En ze zouden antwoord moeten kunnen geven op een simpele vraag als: wie trekt er aan de bel als een ketenpartner te laat is?”
Streven naar perfecte order
Streven naar de perfecte order, die gladjes door de retailketen heen gaat zou het doel moeten zijn, meent Heijnen. Wat meer en regelmatiger aandacht voor parameters zou daarbij al helpen. “Heb je de parameters goed geplaatst, zeg voor tachtig procent, dan kun je aan je event kalender gaan werken. Denk aan de feestdagen en eventuele uitval als gevolg daarvan. Ik raad iedereen aan om hier minstens eens per kwartaal naar te kijken, liefst nog vaker.” Heijnen constateert dat de focus op de parameters rond de feestdagen goed is, de volumes zijn in die perioden ook hoger. “De druk is dan niet alleen hoger, de focus is ook groter, wat resulteert in betere prestaties in een kritischere periode. Het kan dus wel, ook in minder drukke perioden. Mits je vooraf de scenario’s goed doorneemt.”
Andere rolverdeling in retailketen
Een betere afstemming en zelfs een andere rolverdeling in de retailketen kunnen de efficiëntie nog verder verhogen wat Heijnen betreft. Grotere dc’s spelen in zijn toekomstvisie een kleinere rol rol. “Ik zie eerder een netwerk van hubjes rond steden ontstaan.” Die dc’s zouden er ook anders uitzien dan we nu gewend zijn. Meer een crossdockoperatie.” Heijnen kan zich helemaal vinden in de huidige trend waarbij de rol van logistiek dienstverleners toeneemt. En nu al gebruikt meer dat zeventig procent van de leveranciers één of meerdere logistiek dienstverleners. “Ze kunnen een centrale rol spelen tussen de retailers en de leveranciers die aan de retailers leveren. Ze zijn, beter dan wie ook in de keten, in staat om goederen te bundelen. En als de rol van de LDV’er belangrijker wordt, hebben ze ook meer mogelijkheden om met vollere auto’s terug te rijden. De ketenkosten zouden hierdoor ook moeten dalen. Die ketenkosten kun je ook laten dalen door backhauling, door middel van factory gate pricing of je kunt de touwtjes in de handen leggen van de logistiek dienstverlener.”
Onafhankelijke ketenregisseur gewenst
Heijnen benadrukt wel dat de ketenkosten alleen zullen dalen, als er sprake is van een onafhankelijke ketenregisseur. “Daarmee voorkom je belangenverstrengeling. Een 4PL-dienstverlener heeft er geen baat bij om zoveel mogelijk eigen voertuigen in te zetten, dus dat heeft wat mij betreft de voorkeur.” Ketenpartners zijn altijd bereid te investeren, zodra deze investering hen meer oplevert dan ze erin steken, meent Heijnen. “Wat ketenpartners in de retail zouden kunnen doen is starten met het verdelen van de synergievoordelen. Praktisch gezien denk ik echter dat als je ketenpartners eerst hun eigen voordeel teruggeeft, ze sneller instappen.” Ketensamenwerking zou volgens onderzoekers Groothedde (2003) en Cruijssen (2006) zomaar een besparing tot dertig procent op de distributiekosten kunnen opleveren. Bij dat percentage sluit de Supply Chain manager zich graag aan.
Crisis helpt bij versnellen ketenrelaties
Voorwaarden voor een goede samenwerking zijn een ‘open mind’ en bewustwording. Dit kan door positief kritisch naar het proces te kijken of door inspiratie op te doen bij bijvoorbeeld een EVO Masterclass. “Er moeten afspraken worden gemaakt op strategisch, tactisch en operationeel niveau. Daarmee kun je de samenwerking borgen. De crisis helpt overigens wel bij het versnellen van ketenrelaties. Maar dat er nog veel stappen te zetten zijn in de retaillogistiek lijkt me duidelijk.”
Auteur: Ferdi den Bakker/ 22 jan 2013
Bron: www.logistiek.nl